De Alfrocheiro is een rode wijndruif uit Portugal. Het meest gebruikt is in de Dao-regio. Echter vind je hem ook in de wijngaarden van het nabijgelegen Bairrada en Douro. Ook verder naar het zuiden in Portugal zijn er verspreide aanplantingen, in en rond de wijnregio’s Tejo en Alentejo.
Vanwege de hoge gevoeligheid voor schimmelziekten (met name echte meeldauw en grijsrot), tref je Alfrocheiro het vaakst aan in wijngaarden die eigendom zijn van een wijnmakerij in plaats van die van contracttelers. Het is bijzonder riskant voor contracttelers. Wiens levensonderhoud afhankelijk is van de levering van een gezond gewas per oogstjaar – om zich te verbinden aan een dergelijke ziektegevoelige variëteit, vooral in de vochtige kustgebieden van West-Portugal.
De Alfrocheiro lijkt een beslist onaantrekkelijkee druif te zijn voor een wijnmaker. Toch heeft het verschillende verlossende eigenschappen. De meest voor de hand liggende hiervan is dat ze vroeg in het seizoen rijpt. (waardoor het ziekterisico wordt gecompenseerd). Ook redelijk genereuze opbrengsten oplevert. En hoewel de variëteit in de wijngaard misschien een uitdaging is, is hij altijd warm ontvangen in de wijnmakerij dankzij zijn diepe kleur, uitgebalanceerde suikers en zuren. Vanwege de diep gepigmenteerde schil gebruikt men de Alfrocheiro voornamelijk als blend druif, om de kleur van lichtgekleurde wijnen te versterken. De uitzondering hierop is Dao, waar Alfrocheiro wijnen relatief veel voorkomen.
Alfrocheiro wijnstokken gedijen in droge, warme streken, waar ze beschermd zijn tegen vochtige, ziekteverwekkende lucht. Het binnenland Portugal biedt precies deze voorwaarden, wat de prevalentie van het ras in Dao, Douro en Alentejo verklaart.
Synoniemen zijn onder meer: Pa de Rato, Tinta Bastardinha, Brunal.
Een combinatie met de Alfrocheiro is bijvoorbeeld een stoofschotel van worst en linzen of bijvoorbeeld aan het spit geroosterde geit.
